Jona en de Tam Tam
Stap 1 oordopjes in
Stap 2 Bible app zoeken
Stap 3 Bijbelboek Jona aangeklikt
Stap 4 luisteren
Stap 5 huis schoonmaken….
“De Heer zei tegen Jona, de zoon van Amittai: “Ga naar de grote stad Ninevé. Zeg tegen de bewoners van Ninevé dat Ik hen ga straffen voor alle vreselijke dingen die Ik daar heb zien gebeuren.” Maar Jona wilde niet gaan. Hij probeerde naar Tarsis te vluchten, weg van de Heer. Hij wilde de Heer niet meer dienen. Hij reisde naar de havenstad Jafo en vond daar een schip dat naar Tarsis zou varen. Hij betaalde om mee te mogen en ging aan boord. Zo ging hij op weg naar Tarsis, op de vlucht voor de Heer.”
Ergens tussen stap 4 en 5 gebeurde het… Ik zag ineens diepte in een verhaal, een diepte die ik daarvoor nog nooit had gezien of gehoord.
Jona kwam tot leven zeg maar…
Dit inzicht wil ik graag met je delen. Het staat dus niet in de bijbel. Maar oh wat is het een mooie hemelse aanvulling waar ik vurig en enthousiast van word.
Zo’n eyeopener die je aan het denken zet.
Maar de Heer liet een zware storm komen. Het schip dreigde te breken in de golven. De zeelui werden bang en riepen allemaal hun eigen goden om hulp. En ze gooiden de lading in zee, om het schip lichter te maken. Maar Jona lag rustig in het ruim van het schip te slapen. De kapitein van het schip ging naar hem toe en zei: “Kom, slaapkop! Sta liever op en bid tot je God. Misschien zal jouw God ons willen redden, zodat we niet vergaan.” De zeelui besloten erover te loten wiens schuld het was dat ze in gevaar waren. Het lot wees Jona aan.
Jona zit dus op de boot.. de mensen zoeken een zondebok, Jona wordt aangewezen.
En wat doet Jona?
Ze zeiden tegen hem: “Vertel ons waarom ons dit overkomt. Wat heb je gedaan en waar kom je vandaan? Van welk volk ben je?” Hij antwoordde: “Ik ben een Hebreeër. Ik aanbid de Heer, de God van de hemel, die de zee en het land heeft gemaakt.” Toen werden ze heel erg bang en zeiden tegen Jona: “Wat heb je dan gedaan?” Want ze wisten dat Jona op de vlucht was voor de Heer. Dat had hij hun verteld.
Hij getuigt.
Hallo allemaal ik ben Jona, ik geloof in God.
De God die hemel, aarde en zee gemaakt heeft.
Ik moest naar Ninevé.
Maar koos zelf voor Tarsis.
Jona vertelt verder over Zijn God.
Door over God te praten neemt hij God serieus.
Hij spreekt over zijn God.
Ook al was Jona ongehoorzaam.
Hij getuigt.
Dus die mensen luisteren naar Jona.
Ondanks de storm.
Wind, water, een gesprek…
Ze luisteren naar wat Jona zegt en nemen zijn verhaal serieus.
Ook vroegen ze: “Wat moeten we met je doen om de zee weer kalm te krijgen?” Want de zee werd steeds ruiger. Jona antwoordde: “Gooi me maar in zee. Dan zal de zee weer kalm worden. Want ik weet dat deze storm mijn schuld is.” Maar de mannen wilden hem niet in zee gooien. Ze probeerden het schip roeiend ergens aan land te krijgen. Maar de golven werden steeds hoger, zodat het niet lukte. Toen riepen ze tot de Heer en zeiden: “Heer, laat ons alstublieft niet voor straf zinken als we deze man, die ons niets gedaan heeft, in zee gooien. Want Heer, U doet wat U wil.” Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee.
Over boord gooien?
Oh God, straf ons dan niet voor het doden van Jona!
En dan gebeurt het…
Jona verdwijnt in de diepte van de zee
Einde verhaal….
Of toch niet?
Toen kalmeerde de zee. De mannen kregen diep ontzag voor de Heer. Ze offerden Hem een dier en deden Hem beloften.
Nee, het is het begin van het verhaal.
De golven en wind gaan liggen.
De mensen op de boot zijn gered.
Ze juichen, het is feest!
Ze hebben het overleefd.
Alleen Jona… ja Jona,
Hij heeft het niet overleefd, denken ze.
De mensen gaan van de boot af.
Ze vertellen..
Over Jona, het zondige Ninevé, Jona’s ongehoorzaamheid aan God, het overboord gooien, de diepe zee, de kalmte na de storm.
Wat? Is dit echt gebeurd?
Ninevé zeg je?
Dus Ninevé wordt door deze God verwoest?
Mijn oom en neef wonen er.
Dus even serieus.. dit hebben jullie echt net allemaal op de boot meegemaakt?
Dit moet ik mijn ouders vertellen, zij zijn daar geboren, al hun vrienden en familie wonen daar.
De tam tam doet zijn werk
Iedereen die heelhuids van de boot terug is gekomen, deelt zijn of haar verhaal.
In de haven, op het werk, thuis, aan vrienden en vriendinnen.
Ninevé is een grote stad.
Bijna iedereen kent wel iemand die daar vandaan komt.
En de Heer stuurde een grote vis om Jona te redden. De vis slikte Jona in en Jona zat drie dagen en drie nachten in de buik van de vis.
Ondertussen zit Jona veilig in de vis.
Hij weet niet hoe lang het gaat duren.
En of hij ooit nog een voet op aarde zal zetten.
O God, HELP MIJ!
Ik zal doen wat ik U beloofd heb.
Toen Jona daar in de buik van de vis zat, bad hij tot zijn Heer God. Hij zei: “Heer, toen ik in nood was, riep ik U om hulp. En U antwoordde mij. Toen ik dacht dat ik zou sterven, schreeuwde ik het uit. En U luisterde naar mij. U had mij in de zee gegooid, in de waterdiepte. De golven sloten zich boven mij. Ik dacht: ‘U wil mij nooit meer zien. Zal ik ooit weer in uw heilige tempel komen?’ Overal om mij heen was water. Ik zou verdrinken. Ik zonk naar de diepte. Er zat zeewier rond mijn hoofd. Ik zonk helemaal naar de bodem van de zee, tot het diepst van de aarde. Ik zou nooit meer boven komen. Toen redde U mij van de dood, mijn Heer God! Toen ik doodsbang was, bad ik tot U. Heer, U hoorde mijn gebed in uw heilige tempel. De mensen die afgoden aanbidden, verlaten de God die goed voor hen is. Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven.”
Toen gaf de Heer de vis het bevel om Jona uit te spugen op het strand.
Dan word het lichter.
Jona ziet de bek van de vis opengaan.
Hij ziet land.
Er lopen mensen op het land.
Ze kijken verschrikt richting Jona.
Ze rennen weg.
Ze gillen en schreeuwen met hun handen opgeheven.
Jona komt met een plof neer.
Hij ligt op de grond.
“Gaat het”? Roept een stem.
Het zonlicht is te fel voor zijn ogen.
Langzaam probeert hij zijn hoofd op te richten.
Hij houdt zijn handen boven zijn ogen.
Hij voelt dat een sterke arm hem probeert te laten zitten.
Wat is er gebeurt? Hoort hij de mensen zeggen.
Wat was dit?
Kwam jij uit deze vis?
Jona krijgt water aangereikt.
Hij drinkt en schraapt zijn keel.
Jona getuigt.
“Mijn God wilde dat ik naar Ninevé zou gaan”.
Maar ik besloot anders.
Er kwam een storm.
Het lot wees mij aan
Ik daalde af in het watergraf.
Maar nu ga ik doen wat God van me heeft gevraagd.
Ik ga naar Ninevé.
Ook deze mensen kenden mensen in Ninevé en omgeving.
Voordat Jona in Ninevé aankwam.
Wist Ninevé over God.
Wist Ninevé van Jona.
Wist de koning dat het goed mis was met zijn stad.
Gods boodschappers waren voor Jona uitgesneld.
En de Heer zei voor de tweede keer tegen Jona: “Ga naar de grote stad Ninevé. Zeg tegen de mensen daar wat Ik tegen jou zal zeggen.” Toen ging Jona naar Ninevé, zoals de Heer hem had bevolen.
Ninevé was een heel grote stad. Het kostte drie dagen om de stad helemaal door te reizen. Jona ging één dagreis ver de stad in. Daar begon hij tegen de mensen te spreken: “Jullie hebben nog 40 dagen de tijd. Dan wordt Ninevé ondersteboven gekeerd!” En de mannen van de stad geloofden God. Ze lieten rondzeggen dat iedereen, van hoog tot laag, rouwkleren moest aantrekken en niets meer moest eten, als teken van spijt.
Jona moest Gods boodschap brengen.
Meer niet.
Ook de koning van Ninevé kreeg te horen wat Jona zei. Toen stond hij op van zijn troon, legde zijn koningsmantel af, trok rouwkleren aan en ging in de as zitten. De koning en de bestuurders van de stad lieten in de stad omroepen: “Geen mens of dier mag nog iets eten of drinken. Koeien en schapen mogen niet grazen en geen water drinken. Alle mensen moeten rouwkleren dragen. En ze moeten ook als teken van rouw zakken leggen over de ruggen van hun vee. Iedereen moet luid tot God roepen en ophouden met het doen van slechte dingen. Iedereen moet spijt hebben van de slechte dingen die hij heeft gedaan. Wie weet zal God dan zijn plannen veranderen en niet doen wat Hij heeft gezegd. Misschien zal Hij dan niet langer boos zijn en zal Hij ons niet doden.”
God zag wat ze deden. Hij zag hoeveel spijt ze hadden van alle verkeerde dingen die ze hadden gedaan. Daarom veranderde Hij zijn plannen. Hij besloot om de stad niet te vernietigen.
Jona bracht de boodschap.
God werkte in de harten.
Heel Ninevé sidderde voor God.
De God van Jona.
De God van de storm.
De God van de vis.
De God van Ninevé.
Heeft Jona echt bestaan?
Jezus zelf verwijst naar Jona als een historisch persoon:“Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis was, zo zal de Mensenzoon drie dagen en nachten in het hart van de aarde zijn.” Mattheüs (12:40)
Bijbelteksten uit de BasisBijbel (© 2020, Stichting BasisBijbel, www.basisbijbel.nl).
Foto: Mark Barry (2010)
